Schermafbeelding 2024-08-29 090824

Dierlijke vetten en hoge cholesterol zijn juist gezond

De mens heeft vetten nodig in zijn of haar voeding. Het voedingscentrum adviseert echter om verzadigde (grotendeels natuurlijke dierlijke) vetten te vermijden en te vervangen door de veelal geraffineerde meervoudig onverzadigde vetten. Geen natuurlijke roomboter maar fabrieksmatige margarine. De reden daarvoor is de aanname dat verzadigde vetten het ‘slechte cholesterol’ verhogen en dat dit slechte cholesterol de oorzaak is van hartvaatziekten. Klopt dit wel? Uit veel onderzoek blijkt dat hoge LDL-C niet ongezond is, eerder het tegendeel. In dit artikel een overzicht.

Dit is geen medisch advies, onze artikelen zijn bedoeld om je wegwijs te maken in de betreffende materie.

In de voeding van de mens komen verschillende soorten vetten voor, elk met hun eigen eigenschappen en metabolische rollen:

  • Verzadigde vetten: Voornamelijk te vinden in dierlijke producten zoals vlees, zuivel en boter, en sommige plantaardige vetten zoals kokosolie. Spelen een rol in het structureren van celmembranen en kunnen invloed hebben op het cholesterolgehalte in het bloed.

  • Enkelvoudig onverzadigde vetten: Kunnen helpen bij het verlagen van het ‘slechte’ cholesterol en het verhogen van het ‘goede’ cholesterol, wat gunstig zou zijn voor hartgezondheid (komen we zo op terug). Olijfolie, avocado’s, en noten zijn rijke bronnen.

  • Meervoudig onverzadigde vetten: Voornamelijk te vinden in plantaardige oliën zoals zonnebloemolie, sojaolie, en in vette vis. Deze worden gezien als de gezonde vetten maar daar komen we zo op terug.

  • Transvetten: Industrieel geproduceerde transvetten zijn te vinden in geharde plantaardige oliën, sommige margarines, en bewerkte voedingsmiddelen. Het lichaam heeft geen transvetten nodig.

Metabolische rollen van vetten

Vetten doen meer dan je alleen maar dikmaken. een overzicht:

  • Energievoorziening: Vetten zijn een geconcentreerde bron van energie en leveren 9 kcal per gram. Het lichaam gebruikt vetten als energiebron. Wanneer het voedsel verteert, worden vetten afgebroken tot vetzuren en glycerol, die vervolgens via de bloedbaan naar cellen worden vervoerd. In tijden van energiebehoefte, zoals bij lichamelijke activiteit, worden deze vetzuren door spiercellen opgenomen en in de mitochondriën omgezet in energie. Dit proces, bekend als beta-oxidatie, zet vetzuren om in acetyl-CoA, dat vervolgens de citroenzuurcyclus ingaat, resulterend in de productie van ATP, de belangrijkste energiemolecule van het lichaam.

    Daarnaast, wanneer het lichaam een tekort aan koolhydraten ervaart, zoals bij vasten of een ketogeen dieet, gaat de lever over op het produceren van ketonen uit vetzuren. Deze ketonen dienen als een alternatieve energiebron voor de hersenen en andere weefsels. Door deze mechanismen bieden vetten een langdurige en efficiënte energiebron, vooral wanneer de direct beschikbare glucosevoorraden uitgeput raken.

  • Isolatie en bescherming: Vetweefsel biedt bescherming voor interne organen en helpen bij het handhaven van de lichaamstemperatuur door isolatie.

  • Opbouw van cellen : Vetzuren, uit vetten, zijn een essentieel onderdeel van fosfolipiden, de belangrijkste componenten van celmembranen. Deze membranen omringen elke cel en zijn cruciaal voor het handhaven van de celstructuur en het reguleren van het transport van stoffen in en uit de cel.

  • Productie van hormonen: Het lichaam heeft vetten uit onze voeding nodig voor de productie van hormonen omdat vetten, vooral cholesterol, essentiële grondstoffen zijn voor de aanmaak van steroïde hormonen zoals testosteron, oestrogeen, en cortisol. Deze hormonen reguleren cruciale lichaamsfuncties zoals groei, metabolisme, en voortplanting. Zonder voldoende inname van vetten kan het lichaam moeite hebben met het produceren van deze noodzakelijke hormonen.

    Bron: Pubmed

  • Absorptie van vitamines: Vetten helpen bij de absorptie van vetoplosbare vitamines (A, D, E, en K).

Essentiële vs niet-essentiële vetzuren

Vetten in onze voeding bestaan hoofdzakelijk uit triglyceriden, die zijn opgebouwd uit glycerol en drie vetzuren. Deze vetzuren kunnen verzadigd, enkelvoudig onverzadigd of meervoudig onverzadigd zijn, afhankelijk van hun chemische structuur. Wanneer we vetten consumeren, worden ze in het lichaam afgebroken tot afzonderlijke vetzuren. Vetzuren zijn de actieve componenten van vetten. Vetzuren kunnen worden onderverdeeld in essentiële en niet-essentiële vetzuren:

  • Essentiële Vetzuren: Deze vetzuren kan het lichaam niet zelf aanmaken en moeten via de voeding worden verkregen. Ze spelen een sleutelrol in verschillende lichaamsfuncties, waaronder de ontwikkeling en functie van de hersenen, het reguleren van ontstekingen, en de gezondheid van het hart.

    • Omega-3 Vetzuren: Belangrijke bronnen zijn vette vis (zoals zalm, makreel, en haring), lijnzaad, chiazaad, walnoten en bepaalde plantaardige oliën.
    • Omega-6 Vetzuren: Voorkomen in zonnebloemolie, maïsolie, sojaolie, en noten.

    Veel oliën zijn echter zeer ongezond en moeten vermeden worden. Eet in principe alleen maar oliën die door eenvoudige mechanische persing zijn verkregen.

  • Niet-essentiële Vetzuren: Deze vetzuren kan het lichaam zelf aanmaken, dus het is niet strikt noodzakelijk ze via de voeding binnen te krijgen. Ze zijn belangrijk voor energieopslag, de structuur van celmembranen, en als bouwstenen voor bepaalde moleculen in het lichaam.

Te lage vetconsumptie

Een te lage inname van vetten kan leiden tot diverse gezondheidsproblemen, waaronder voedingsstoffentekorten, hormonale onbalans, verminderde energie, cognitieve en neurologische problemen, huidproblemen, en in extreme gevallen ondervoeding. Vetten moeten deel uitmaken van een gebalanceerd dieet. Wat betreft de aanbevolen hoeveelheid: calorieën uit vetten zouden idealiter minimaal 20-30% van de totale dagelijkse calorie-inname moeten uitmaken. Meer nog voor low-carb voedingspatronen.

Voldoende inname van vetten is ook cruciaal voor spiergroei en herstel. Vetten spelen een sleutelrol in de productie van hormonen, waaronder testosteron en groeihormoon, die essentieel zijn voor spiergroei en herstel. Een lage vetinname kan leiden tot een verminderde productie van testosteron, wat de spieropbouw kan belemmeren. Vetten zijn belangrijke componenten van celmembranen, inclusief die van spiercellen. Ze zijn ook betrokken bij verschillende cellulaire signaleringsprocessen die essentieel zijn voor spiergroei en -herstel. Voor goede spiergroei is sowieso een positieve energiebalans (calorische inname groter dan verbruik) nodig, en dat kan met meer vetten in de voeding makkelijker worden bereikt.

Vegetarische en veganistische voeding

Het is belangrijk voor vegetariërs en vooral veganisten om bewust te zijn van hun inname van de essentiële vetzuren, met name van omega-3, omdat de meest directe bronnen hiervoor (voornamelijk te vinden in vette vis) niet in hun dieet voorkomen. Een goed gepland vegetarisch of veganistisch dieet, eventueel aangevuld met specifieke supplementen zoals algenolie, kan voldoen aan de behoeften van essentiële vetzuren. Bepaalde algenolie supplementen zijn rijk aan alfa-linoleenzuur (ALA), een soort omega-3 vetzuur. Het lichaam kan ALA omzetten in de andere soorten zoals eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA), hoewel deze omzetting beperkt kan zijn.

Cholesterol

Cholesterol is een vetachtige stof die van nature in het lichaam voorkomt. Het is essentieel voor de vorming van celmembranen, bepaalde hormonen, en vitamine D. Het lichaam maakt het grootste deel van het cholesterol dat het nodig heeft zelf aan in de lever, maar het kan ook (zeer beperkt) via de voeding worden opgenomen.

De lever zet vetten om in cholesterol door een biochemisch proces waarbij vetzuren worden gebruikt als bouwstenen. In de lever worden deze vetzuren omgezet in cholesterol door een reeks van enzymgestuurde reacties. De lever produceert cholesterol onafhankelijk van de voeding, maar de hoeveelheid en het type vetten in onze voeding kunnen dit proces beïnvloeden. Wanneer we verzadigde vetten en transvetten consumeren, stimuleert dit de lever om meer cholesterol aan te maken. Dit kan leiden tot een verhoogd totaal cholesterol en LDL-niveau, wat (onterecht, komen we zo meteen op terug) geassocieerd wordt met een hoger risico op hart- en vaatziekten.

Aan de andere kant kunnen onverzadigde vetten, zoals die gevonden in noten, zaden, vis en plantaardige oliën de lever stimuleren tot het produceren van minder cholesterol en het verhogen van het HDL-niveau, wat (ook enigzins onterecht) wordt gezien als gezond. Hogere HDL-waarden zijn wel sterk gecorreleerd met hogere testosteronniveaus.

Het low-carb dieet en hoge LDL

Mensen die een zogenaamde low carb dieet volgen, waaronder ook Carnivore, Paleo en Keto dieet horen, zullen een forse toename zien van hun cholesterol en hun LDL-niveaus, soms ver boven wat medische wetenschap als veilig beschouwd. Uit nieuw onderzoek blijkt echter dat de hoge LDL niet lijdt tot plaque in de aderen (het voorstadium van atherosclerose).

Bron: Carbohydrate Restriction-Induced Elevations in LDL-Cholesterol and Atherosclerosis: The KETO Trial Conclusions: Coronary plaque in metabolically healthy individuals with carbohydrate restriction-induced LDL-C ≥190 mg/dL on KETO for a mean of 4.7 years is not greater than a matched cohort with 149 mg/dL lower average LDL-C. There is no association between LDL-C and plaque burden in either cohort.

Zie ook deze video.

De cholesterol-mythe

Zowel het Voedingscentrum als de Hartstichting adviseren om de inname van verzadigde vetten te beperken. Ze raden aan om in plaats daarvan te kiezen voor onverzadigde vetten, die gezonder zijn en het risico op hart- en vaatziekten kunnen verminderen. Het LDL-cholesterol (LDL-C) niveau wordt in Nederland als hoog gezien wanneer het hoger is dan 3 mmol/l, dat is 116mg/DL.

Volgens standaardwetenschap zijn cholesterol, HDL en LDL nauw verbonden met hart- en vaatziekten. Verzadigde vetten zouden bijdragen aan een verhoging van het LDL-cholesterol, het ‘slechte’ cholesterol (hoewel het geen cholesterol is), wat het risico op atherosclerose en daarmee samenhangende hart- en vaatziekten zoals hartaanvallen en beroertes kan verhogen. Onverzadigde vetten daarentegen worden geassocieerd met een verlaging van LDL-cholesterol en een verhoging van HDL-cholesterol, het ‘goede’ cholesterol (hoewel ook dat geen cholesterol is), dat beschermend werkt tegen hartziekten. Het vermijden van verzadigde / dierlijke vetten zou daarom helpen bij het bevorderen van hartgezondheid en het verminderen van het risico op hart- en vaatziekten.

Medicatie tegen ‘hoge cholesterol’

De standaardmedicatie voor de behandeling van ‘hoge’ cholesterol omvat:

  • Statines: Deze medicijnen verminderen de productie van cholesterol in de lever.
  • Ezetimibe: Werkt door de opname van cholesterol in de darmen te verminderen.
  • PCSK9-remmers: Injecteerbare medicijnen die worden gebruikt voor mensen die statines niet verdragen of bij wie statines niet voldoende effectief zijn.
  • Bile Acid Sequestrants: Deze medicijnen helpen het lichaam om meer cholesterol uit te scheiden via de darmen.
  • Fibraten: Gericht op het verlagen van triglyceriden en in sommige gevallen het verhogen van HDL-cholesterol.
  • Niacine: Kan helpen om het LDL-cholesterol te verlagen en het HDL-cholesterol te verhogen.

Daarnaast wordt linolzuur, een type omega-6 vetzuur dat in plantaardige oliën zoals zonnebloemolie, maïsolie en sojaolie voorkomt, soms aanbevolen als onderdeel van een dieet om cholesterol te verlagen. Het kan helpen bij het verlagen van het totale cholesterolgehalte, hoewel het effect op LDL- en HDL-cholesterol kan variëren.

Is hoge cholesterol echter wel schadelijk?

Nee. Prof. dr. Frits Muskiet (emeritus hoogleraar Pathofysiologie en Klinisch Chemische Analyse) schrijft hier.

De toonaangevende ‘American Heart Association’ (AHA) kwam in 2017 tot een opmerkelijke conclusie. Namelijk dat vervanging door onverzadigd vet, vooral meervoudig-onverzadigd vet, het risico op hart-vaatziekte met 30 procent kan verlagen.

Het huidige AHA advies kan niet overtuigen. De AHA baseert zich op studies die niet voldoen aan de door de AHA-zelf gestelde kwaliteitsnormen. Een tweede is dat verzadigd vet niet alleen het ‘slechte’ LDL-cholesterol verhoogt maar ook het ‘goede’ HDL-cholesterol. Ten derde: de LDL-stijging wordt veroorzaakt door de ongevaarlijke grote LDL-vetbolletjes en niet de gevaarlijke kleine LDL-deeltjes. Bovendien is LDL-cholesterol geen synoniem voor een hartinfarct. Ten vierde zijn er grote verschillen tussen de soorten verzadigd vet. Er zijn geen aanwijzingen dat kokosnootolie een ongunstige relatie heeft met hart-vaatziekten. Ten vijfde dienen we, op basis van het advies, moedermelk te heroverwegen want dat staat stijf van het verzadigd vet en nog wel de ‘beroerdste’: palmitinezuur. Het weerwoord hierop is dat de richtlijnen gelden vanaf twee jaar.

Nee. Het artikel "The Great Cholesterol Scam and The Dangers of Statins" betoogt dat het wijdverbreide geloof dat verhoogd cholesterol de "oorzaak" is van hart- en vaatziekten, een misvatting is. De auteur stelt dat er geen verband is tussen verhoogd cholesterol en hart- en vaatziekten, en dat het verlagen van cholesterol juist het risico op overlijden verhoogt. Hij presenteert een alternatief model waarin atherosclerotische plaques, die geassocieerd worden met hart- en vaatziekten, ontstaan als gevolg van stolsels die het lichaam gebruikt om arteriële schade te herstellen.

Daarnaast bekritiseert de auteur het gebruik van statine-medicijnen, die cholesterol verlagen, als de primaire behandeling voor hart- en vaatziekten. Hij beweert dat de voordelen van deze medicijnen minimaal zijn, terwijl de nadelen aanzienlijk zijn. Statines worden geassocieerd met een breed scala aan bijwerkingen, waaronder spierpijn, vermoeidheid, cognitieve problemen en verhoogd risico op diabetes en kanker. De auteur stelt dat de focus van de behandeling van hart- en vaatziekten zou moeten verschuiven van het verlagen van cholesterol naar het aanpakken van de onderliggende oorzaken van arteriële schade, zoals ontstekingen en stress. Hij presenteert een aantal alternatieve behandelingen, zoals het verbeteren van de zeta-potentiaal, het voorkomen van bloedstolsels, het verminderen van ontstekingen en het verhogen van de productie van stikstofoxide.

Alternatieve cholesterol wetenschap

De wetenschap waarop de aanbeveling om verzadigd / dierlijk vet te vermijden is gebaseerd, blijkt zeer wankel (gefraudeerd door de suikerindustrie, zie ook Sugar Industry and Coronary Heart Disease Research). Nieuwere studies laten geen verband tussen vetten en hart-en-vaatziekten zien:

Hogere cholesterol/LDL is gezond!

Volgens de AHA moet het optimale LDL-cholesterolgehalte lager zijn dan 100 mg/dL. Uit een 22 jaar durend vervolgonderzoek onder 177.000 personen blijkt dat een laag LDL-cholesterol in verband wordt gebracht met een hogere cardiovasculaire mortaliteit, wat conventionele opvattingen over cholesterol in twijfel trekt. De studie ontdekte dat niveaus tussen 100 en 180 mg/DL het laagste all-cause sterfterisico vertegenwoordigen.

Hieruit blijkt dus juist dat mensen met hogere cholesterol langer en gezonder leven.

Het debat

Hogere sterfte onder mensen met lage cholesterol

Meervoudige onverzadigde vetten moeten juist met mate worden genuttigd.

Relatief vs absoluut risico van hoge LDL-cholesterol

Uit metaonderzoek naar cholesterol-onderzoeken blijkt dat er een vertekend beeld wordt geschetst over de risico’s van hoge LDL. Klinische onderzoekers kunnen de impact van hun bevindingen beïnvloeden door gegevens op een manier te presenteren die de voordelen van de behandeling overdrijven, zoals door relatieve risicowaarden (RR) te gebruiken in plaats van de realistischere absolute risicoreductie (AR).

Bijvoorbeeld, als een hartaanval voorkomt bij 2 personen in de placebogroep van 100 mensen en bij 1 persoon in de met het medicijn behandelde groep van 100 mensen, is het voordeel voor de behandelde populatie slechts 1% beter dan geen behandeling. Deze bevinding zal waarschijnlijk niet veel enthousiasme opwekken bij de sponsors van de studie en bij het rapporteren van de bevindingen aan het publiek. In plaats daarvan kunnen de onderzoekers de grootte van het voordeel van de behandeling overdrijven en rapporteren als 50% door gebruik te maken van de relatieve risico (RR) waarde, aangezien één geval 50% is van twee gevallen. Als het medicijn dan ook nog eens serieuze bijwerkingen heeft, is er sprake van een hele andere afweging.

Zie:

De autowasserette analogie

Stel je probeert geen mensen te beschermen met statines, maar auto’s te wassen met zeep. Maar met dezelfde resultaten als de statine-behandeling.

Stel je dan een autowasstraat voor waarbij 200 auto’s gewassen moeten worden om één auto echt glanzend schoon te krijgen (dit komt overeen met de NNT van 200 voor statines, waarbij 200 mensen behandeld moeten worden om één extra gunstige uitkomst, zoals het voorkomen van een hartaanval of sterfte, te bereiken).

Tegelijkertijd leidt elke wasbeurt bij 1 op de 20 auto’s tot schade (dit staat gelijk aan de NNH van 20, waarbij één op elke 20 personen schade ondervindt van de behandeling, zoals spierpijn of leverproblemen bij statines).

De exacte "number needed to treat" (NNT) en "number needed to harm" (NNH) voor statines kunnen variëren afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de specifieke populatie die wordt behandeld, de aandoening die wordt voorkomen, en de duur van de behandeling. De gebruikte getallen zijn redelijke aannames.

Cholesterol beschermt de hersenen

Het menselijk brein bevat een aanzienlijk deel van het totale cholesterol in het lichaam. Ongeveer 20-25% van het totale cholesterol in het lichaam bevindt zich in de hersenen. Dit cholesterol is voornamelijk aanwezig in de myelineschede, die ongeveer 70-80% van het hersencholesterol uitmaakt en een cruciale rol speelt in de isolatie van zenuwvezels.

Een studie van de Icahn School of Medicine in New York suggereert dat hogere cholesterolniveaus beschermend kunnen werken tegen dementie en cognitieve achteruitgang bij mensen tussen de 85 en 94 jaar oud. De onderzoekers ontdekten dat diegenen met stijgende cholesterolnive aus vanaf hun middelbare leeftijd gemiddeld 32 procent minder kans hadden op het ontwikkelen van dementie, de ziekte van Alzheimer of geheugenverlies in het volgende jaar. Deze bevindingen waren vooral merkbaar bij 85-jarige deelnemers en namen toe gedurende de 9 jaar durende studieperiode.

Sommige cholesterolverlagende medicatie zoals statines, kunnen de bloed-brein-barriere passeren en in het brein de cholesterolaanmaak verminderen. Zoals te verwachten bleek in de studie dat de deelnemers met de hoogste cholesterolniveaus geen statines gebruikten. Daaruit volgt dat statinegebruik indirect dementie en Alzheimer kan veroorzaken, aangezien statines het beschermende LDL-cholesterol verlagen.

Bron: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/21981838/ en https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6050071/

Conclusie

Het is wetenschappelijk niet bewezen dat hoge cholesterol en/of hoge LDL daadwerkelijk de levensverwachting verlagen. De verzadigd vethypothese is onzin. De aanbevolen alternatieven zijn vaak zelf ongezond (margarine, zaadolieën).

Welke vetten moet je nu wel eten, en welke niet? Gezonde mensen zonder verstoord metabolisme, die voldoende bewegen en stressvrij leven, zouden in principe zo natuurlijke mogelijk (biologisch) moeten eten en daarbij horen voldoende dierlijke vetten van hoge kwaliteit. Geraffineerde voedingsmiddelen zouden moeten worden vermeden en daarbij horen paradoxaal genoeg vaak de aanbevolen ‘goede vetten’, zolas bijvoorbeeld de meervoudig onverzadigde uit zaadoiliën.

In kort: eet natuurlijke / biologische en voldoende dierlijke voedingsmiddelen.

4 reacties op “Dierlijke vetten en hoge cholesterol zijn juist gezond”

  1. Roland Sassen

    Dieren kunnen energie halen uit koolhydraten, eiwitten en vetten. Het meest effectief is energie uit vetten, daarbij komen ook de minste afvalstoffen bij vrij. Het menselijk hart verbrandt uitsluitend vetten. Vogels zijn verder ge-evolueerd en verbranden hoofdzakelijk vetten. Vliegen vogels lang boven een droog gebied dan verbranden ze eiwitten, hierbij komt het meeste water bij vrij. Consumeer je koolhydraten dan wordt dat wat je niet nodig hebt omgezet in lichaamsvet.

Laat een reactie achter

Scroll naar boven